Handige weetjes, leuke tips, een houvast voor jou.

Tips

KLEDING – In de droogkast

Als je niet voor elk stuk linnen het voorschrift wil bekijken of je simpelweg het vaak lastige etiketje hebt verwijderd, kan je meestal toch nog zelf inschatten wat er in de droogtrommel mag. Eerder van wel: dingen die nog behoorlijk nat zijn, eerder van niet: dingen die al bijna droog uit de wasmachine komen. Twijfel je, neem dan geen risico want bv. een kopkussen krijgt al makkelijk brand(plekken)! Sowieso altijd tijd en temperatuur aanpassen aan de soort stoffen.

Door je kleding niet langer dan enkele minuten in de droogkast te laten draaien, ze dan (terug) binnenste buiten te trekken en dan verder aan de lucht laten drogen voorkom je al veel rimpels. Soms kan het helpen om het daarna nogmaals binnenstebuiten te laten draaien in de machine. Snel rimpelende kledij kan je ook redelijk nat op een grote handdoek laten drogen.

Spullen die kunnen krimpen (ook elastiek!), best niet of toch niet heel lang in de droogkast laten draaien. Opkleefprints op shirts gaan nogal makkelijk aan elkaar kleven maar dan gewoon goed trekken.

Check voor elke droogbeurt of het wateropvangbakje al werd leeggemaakt en ook of het stofpluis al uit de pluizenfilter is. Je kan makkelijk met één pluisje al de andere bijeennemen. Prop ook je droogkast niet te vol en leg elk kledingstuk er lichtjes opgehoopt in, om ineenstrengelen te vermijden. Best niet te veel lakens tegelijk in de machine. Zo vervelend om ze achteraf vaneen te prutsen!

Als je toch wil strijken kan dat best op de binnenkant van een kledingstuk. Wat voor lakens, theedoeken en zakdoeken goed helpt (of ook de onderkant van een hemdsbloes) is de stof aan de randen door je vingers laten gaan.